Ik zit 's avonds aan de dis
terwijl ik de grenzen mis
van het veld, zo uitgestrekt,
waarin alles zich voltrekt.
Iedereen zit opgewekt
aan de tafel, mooi gedekt,
is zich van zijn zaak gewis
in een grenzeloze nis.
Op een schotel blinkt een vis,
als bestreken met vernis.
Ongeacht wat ik beslis
blijft de diepte altijd fris.
Juist omdat hij daar niet is
is er ruimte voor die vis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten