Gewikkeld in een strijd
met lastige demonen
werd ik gestuurd door nijd
om mij tot Heer te kronen.
Ik stortte mij met vlijt
op scepters en op tronen
en wou zonder respijt
mijn macht en aanzien tonen
om dan, tot vorst gewijd,
mijn knechten te belonen.
Ik wou de hele tijd
in burchten en paleizen wonen,
ontwaakte toen verblijd
tussen de anemonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten