Ik ken de dingen echtheid toe
door te beweren dat ze zijn.
Ik vergeet dat ik dit doe
en doe afstand van hun schijn,
maak van mijn geest een wichelroe
waarmee ik por in het gordijn
van wat ik zie en zeg dan hoe
een hoge hoed hoedt het konijn
dat echter nooit naar voren springt:
Het is het denken slechts dat zingt.
Een ding weet ik intussen goed:
ik heb mijzelf nog nooit ontmoet.
Het konijn blijft in de hoed
en doet alsof het mij begroet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten