Uit het treinraam kijk ik schuin
naar het onnavolgbaar bruin
van bielzen in de schemer.
Ik denk en ik ontneem er
op die manier de luister aan.
Eerst magisch als de volle maan
is het daarna weer snel gewoon
als een fietspomp of een boon.
Toch hoef ik slechts opnieuw te kijken
en de sluiers zullen wijken.
Opnieuw verrijzen weer de rijken
waar gewoontes in bezwijken.
In de sloten, een tint grijzer,
ligt het water stil als ijzer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten