Op tafel ligt een ei,
van maat en grootte vrij.
Zijn protonen indachtig
is het beslist reusachtig.
Zijn rondingen zijn machtig,
een muis die't breekt is krachtig.
Maar met de zon erbij
verdwijnt het in de rij
van duizenden fantomen,
wordt een van veel atomen.
Oneindig klein, oneindig groot:
zij zijn steeds in balans.
Precies hier in de middenmoot
grijpt nu het ei zijn kans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten