Graag was ik wel ontspannen
en rustig als de mannen
die waken aan de grens,
ontslagen van hun wens
om onlust te verbannen:
de wind helpt hen bij't wannen.
Dan deed ik stil mijn taak.
Maar ach, nu loopt het spaak:
je slaat me aan je haak
en stelt me aan de kaak.
Ik doe niet meer gewoon
en word veel te voortvarend
want jij bent wonderschoon
en dat is onrustbarend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten