Dit bestaan is niet volmaakt,
aan bederf onderhevig.
Vlees dat naar verrotting smaakt,
en niet langer stevig,
is wat mij vol afkeer maakt
en niet meer vrijgevig.
Maar dan kom ik daarvan los,
net zoals een slimme vos,
en ik rijd in een karos
langs de bomen in het bos
die net nog gevoelens waren
met hun weeen en hun baren
en neem in gestrekte draf
heden hun parade af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten