Nu is hij eind'lijk daar:
de winter koud en klaar.
Hij heeft ons overrompeld
en in het ijs gedompeld.
Met zijn strakke blik
brengt hij schrik en schik.
Hij heeft ons overvallen
en geeft kristal aan allen.
Wat water was
beweegt niet meer.
De wijde plas
draagt nu een beer.
Boven is de sterrenbrei,
beneden stijve hei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten