Er is een groot verschil
tussen het zijn en zijn.
Het eerste stijf en stil,
het laatste vloeit als wijn.
Het eerste kan je hebben,
het laatste vloeit dooreen.
Het kan nimmer verleppen,
verleppen zelf vloeit heen.
Zijn is wijlen, stromen,
wellen vrij van randen,
aan elke grens ontkomen,
duur van ijs en branden,
werkelijkheid en dromen,
los van alle banden.
Er is alleen maar zijn,
dit geldt zelfs voor het zijn
omdat ook dit, als alles, is,
ook als ik mij vergis.
En de dingen?
Zij zijn de poorten
in duizend soorten
die ongedwongen zingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten