Er is het beven voor de dood
en smart wanneer het leven vlood.
Men is verslagen, uit het lood,
wanneer er niets meer overschoot.
Dan is er hoop op eeuwigheid,
een tuin voor iedereen bereid,
waar men, bevrijd van elke strijd,
zijn leven altoos leidt.
Toch kan men de dood nooit vinden.
Ongrijpbaar als de winden
blijft hij verblinden,
laat zich door niemand binden.
Want wil men hem beleven
dan moet men immers leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten