Als haar die uit de boter vlood
staat hij daar die mij ontbood
en mij redde uit de nood:
de zachte onverhoedse dood.
Hij is voor elke maat te groot
en voor wie verder wil zeer snood,
hij komt plotsklaps met een stoot:
de bedreven trouwe dood.
Als een ijle stille vloot
komt hij met zeilen grijs als lood,
en vergaart mij in zijn schoot:
de onberekenbare dood.
Hij is van elk zijn ontbloot,
gebroken als gebroken brood,
koninklijk en bloot,
die begrenzingen ontsloot,
grijnzend, blikkerend en dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten