Wanneer ik klein genoeg ben
zijn de poten van een mug
groter dan een brug
waar ik onderdoor ren.
En ben ik maar genoeg gegroeid
is er niet veel meer aan de hand
met de laatste wereldbrand
die dan hooguit een beetje schroeit.
Aan dit krimpen en uitdijen
doet de wereld echter vrolijk mee
waardoor ik mij toch blijf vermeien
in een constante stee.
Toch zag ik in het nietige net hel,
en in't reusachtige een bagatel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten