Mijn postuur bevalt mij niet
waarop ik mijzelf afwijs
en daarmee naar een gebied
vol van wrok en blaam afreis.
Daar verkies ik te gaan kniezen
en ben steeds aan het verliezen.
Vast en stevig als een rots
ligt daar mijn gekwetste trots.
Zo sla ik mij in de boeien
omdat ik niet kan vervloeien
in de zachte werk'lijkheid
die maar voortstroomt als de tijd,
niet in staat iets te verknoeien
want zij is oneindigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten