Als ik aan de toekomst denk
slaat de vrees mij om het hart.
Ik moet zorgen dat ik schenk
anders krijg ik het nog hard.
En mijn lust moet ik bedwingen,
dat ik niet ter helle vaar
waar geen engelen meer zingen
en ik dien als kaviaar.
Maar als er geen toekomst is
is er ook geen hindernis.
Neem maar eens mijn gulzigheid:
die is er de hele tijd.
Als er niets te halen valt
is 't een hoorn die enkel schalt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten