Ik ben van 't heelal de spil,
zelfs wanneer ik dat niet wil.
Onveranderd sta ik stil.
't Is onnodig dat ik tril.
Altijd, van mijn aanvang af,
draait de wereld om mij heen.
Ga ik in gestrekte draf,
zwaaien bomen, een voor een,
met gemak aan mij voorbij.
Van beweging ben ik vrij.
En al zit ik in de trein
vliegt voorbij een heel terrein.
Als zich opent dan de deur
nadert mij de conducteur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten