Hoe meer ik dit moment benader
des te minder houd ik speling
en wordt doorzichtiger elk kader.
Ook trotseer ik de verveling
want die komt steeds naderbij -
steeds minder tijd is er voor mij.
Als ik tenslotte samenval
met dit moment zonder getal
verdwijn ik zo geheel en al
en weet niet wat ik wezen zal.
Wat een is kan zichzelf niet kennen
- zo kan een paard zichzelf niet mennen -
en dus is wat in feite is
slechts kenbaar als een groot gemis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten