O volle maan,
waar kom je toch vandaan?
Je staart ons altijd aan,
met ons lot begaan.
Steeds weer reis je mee
en de zee volgt je gedwee.
Ik zie je schijnsel in mijn thee
en je betovert hert en ree.
Zilverwit en rond
hang je hemels zonder grond.
Zonder hengsels en gezond
ben je de droom van elke hond.
O, wie kan jouw herkomst peilen?
Dat staat gelijk aan zeeën dweilen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten