van toepassing op het noordelijk halfrond:
Of ik nu daarheen ga of hier-,
windstreken zijn er altijd vier.
Voor mij ligt het oosten
en daarop blijf ik proosten.
Links van mij het noorden,
ijzig zonder woorden.
Achter mij het westen:
onzichtbare gewesten.
Ter rechterzij het zuiden
met slangen en met kruiden.
Boven mij het zenith:
daar heeft de hemel geen gebit.
En onderin de nadir
die trekt aan mens en dier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten