Op een ochtend trek ik kringen,
zwemmend in de stadsrivier.
Lichter dan de aardse dingen
zweef ik rond met kalm plezier.
Telkens kom ik langs een sloep
die op het water ligt te deinen
onder een grote wolkengroep
waardoor de zon komt schijnen.
De golfjes slaan tegen zijn wand
en laten zo een kartelrand
als van gebergtes verschijnen
die na een tel alweer verdwijnen
als er nieuwe golfjes slaan:
waar zojuist een berg nog was is nu een pelikaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten