Met mijn voeten over grind
dwaal ik door een labyrint
ben gevangen in een lint
waarin ik dingen vind
die mij betoov'ren als een kind
door hun schijnsel teerbemind.
Wat onder mijn voet begint
wordt een doolhof die zich windt
door de tijd die hem verslindt
en waarin hij zich ontbindt.
Zo verwaaid dan in de wind
is er niemand die nog zint
of verliest of wint.
Er rest slechts een glas absint.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten