Wat ik niet ken dat is ook niet,
behalve dan als 't onbekende
dat door het bewustzijn schiet
als een woord waaraan ik wende.
En wat niet is dat ken ik niet,
behalve dan als deze zin
die door mijn gedachten vliet
als hoop of als herinnering.
Zijn en kennen zijn dus een.
Mijn oog nu kan ik zelf niet zien
en daarom is er dus ook geen.
Als ik mij van een glas bedien
zie ik daarin slechts spiegeling
en louter lege wiegeling.
*)" Jnana" (Sanskrit), betekent zowel "Zijn" als "Kennen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten