Dingen blijven steeds verglijden.
Dit valt nimmer te vermijden:
alles wijkt als voor een brand
in een ruimte, adamant.
Deze blijft altijd constant;
er is niets mee aan de hand.
Soms is zij volledig leeg
dan weer vol, als brood van deeg.
Sta ik naar een vorm te loeren,
daar ik zin op zijn contouren,
is die steeds door haar omgeven:
in haar stilte kan ik beven.
Daarin kan ik mij verblijden
want dit is van alle tijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten