Als een vlieg tegen een venster,
(en zijn kopje benst en benst er
steeds opnieuw weer tegenaan)
zo blijf ik maar telkens gaan
op jou af en blijf niet staan
maar krijg daardoor niets gedaan.
Ernaast staan de ramen open
en daar kan hij zomaar uit.
Koppig blijft hij echter hopen
dat de ruimte zich ontsluit
op de plek die voor hem is
maar daarmee heeft hij het mis.
Ben ook jij voor mij beschikbaar
op een plaats die ik niet ken?
Zijn jouw gunsten dan pas daar
wanneer ik verslagen ben?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten