Jij bent de vlam die mij verlicht,
maar dan van binnenuit.
Het kwade werk dat ik verricht
komt des te beter uit
wanneer jij zelf niets doet.
Dan blijkt het pas goed.
Er is te veel aan lelijkheid
waardoor het jou niet spijt
om mij te laten vallen
als een aas, ten prooi aan allen.
Intussen ga je weer je gang,
vergat je mij misschien al lang.
Een frisse bries beroert je wang,
onaangedaan door dit gezang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten