Op mijn broeders, zonder tal,
heb ik een ding altijd voor:
ik zie allen, overal,
vaak volledig, zonder spoor
van een twijfel aan hun zijn
en draag daarvan niet de pijn.
Bij hen doet die zich wel voor
want zij zien zichzelf niet.
Ieder lijkt voor zich hierdoor
een onpeilbaar diep gebied
dat zich opent als een voor
voor wat vrijelijk geschiedt.
Ik voor mij mis ook die kans.
Zo is de zaak weer in balans.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten