Uw gladde haar was zwart als lak.
Soms bewoog u als een slak.
Voor sake had u een zwak
maar u stak ons in het pak.
U ontsloot het hemeldak,
liet het zien als een groot wak
waaraan een fundament ontbrak
voor wat los kon zijn of strak.
Plotseling hief u het glas
met kometen in de pas,
maakte van de zee een plas
maar uw vuist werd als een berg.
Daarin had u zelf geen erg
omdat in u geen bodem was.
*) Geschreven op 4 april 2013
voor Chögyam Trungpa, Rinpoche
zesentwintig jaar na diens overgang
in parinirwana.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten