Ik ben in de grond alleen,
vul mijn lijf van top tot teen,
tel mijn daden een voor een
en verander lucht in steen.
Ik word hiertoe aangezet,
en gevangen in het net
van een schim die ik niet ken
maar voor wie ik zwoeg en ren,
die mij teistert in zijn gloed
en mij keer op keer beboet
met ideeën, zwart als roet,
en vergif in overvloed,
die mij dikwijls trillen doet
maar die ik nimmer heb ontmoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten