Ik zie op tegen de dood
maar ik maak het ook te groot.
Ik zal er eenmaal niet meer zijn
net als in 't verleden
maar toen had ik ook geen pijn;
die heb ik enkel in het heden.
Mogelijk ben ik een sonde,
neergelaten in de sponde
van de strijd om het bestaan,
woedend onder zon en maan,
die er weer wordt uitgetrokken,
na de laatste schokken,
als een haar uit boter
en wordt vreugde groter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten