In het kale voorportaal
staat een zwerver, elke maal.
Dit beroert dan mijn gemoed
en geeft aan dat ik iets moet.
Hij heeft dat direct gezien,
wil dat ik dat weet misschien,
maar't gaat te ver om mij te wenken.
Daar hij zich niet wil laten krenken
wil hij mij verlichting schenken.
Het is alsof hij mij ziet denken:
"heeft hij nog iets van mij tegoed,
iets voor hem en niet voor mij?"
maar zijn onbezorgde groet
pleit mij van verplichting vrij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten