Hoe rechter ik mijn wegen maak, hoe minder ik er ben.
Als ik mijn capriolen staak en afzie van mijn pen
dan ligt de wereld braak of ik nu sta of ren.
Dat is het uur dat ik ontwaak, waarin ik alles ken.
Dit kennen is dan zo volledig dat er voor mij geen plaats meer is.
Er is geen tijd voor onderzoek en alles is een open boek
waarin er geen verschil bestaat tussen doel en hindernis,
een walvis of een stekelbaars, een glooiing of een hoek.
Er is dan geen bereiken meer, geen zegen nog of vloek,
een continu verloren gaan in 's levens rijke dis
en over mij die't gadeslaat valt plotseling het doek.
Er is een groot gebeuren slechts waarin ik niet beslis,
onmiddellijk gegeven en ongrijpbaar als een snoek,
waarbij het er niet meer toe doet wanneer ik mij vergis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten