Elk woord dat ik maar zeg
is meteen voorbij en weg.
Slechts bij de gratie van't geheugen
wil het nog een poosje deugen
maar als dat op een dag verdwijnt
rest een zee, onaangelijnd,
vormgegeven door de golven
die hun eigen vorm bedolven.
Als ik naar die golven staar
komt de angst op voor gevaar:
"nu kan ik doen gaan wat ik wil"
is een verleidelijke gril.
Maar ook die gaat weer voorbij
en de zee golft wiegend vrij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten