Alle dingen gaan voorbij
in een eindeloze rij.
Met nog zeeën voor de boeg
zijn zij steeds zichzelf genoeg.
Vrijelijk en ongestoord
stromen zij als door een poort
en ideeën, goed verwoord,
worden constant aangeboord.
Schimmen schuiven snel en zacht
door de groeven van de nacht.
Wie naar dit alles zit te kijken,
soms eens huilt en dan weer lacht,
en nog steeds niet wil bezwijken,
wordt er enkel bij bedacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten