Alles wat er maar bestaat
kan men zien als een gewaad
of een sluier voor't gelaat
van wie nooit verloren gaat.
Ik weet niet goed of ik dat ben
omdat ik mijzelf niet ken
en schrijf de ogen toe aan hem
die blijft ervaren zonder rem
ofschoon ook hij op eigen beurt
een vouw kan zijn die scheurt.
Hoe ik intussen ook maar gooi
of zorg draag dat ik kantel,
ik blijf niet anders dan een plooi
of schaduw in die mantel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten