Het was een bonte optocht
die ik eens aanschouwen mocht.
Een lange keten van profeten,
filmsterren en kometen,
wrong zich door een bocht
en verrees uit diepe krocht
in de hemel ongemeten
waarin de wolken spleten.
Daarin troonde God de Vader
op een diamant gezeten.
Zelfs het licht trad Hem niet nader,
niemand heeft Hem ooit bezeten.
Daar was Hij Zijn eigen Zoon
als Geest goed, waar en schoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten