Zo juist hoorde ik telefoneren
op een toon zo ongedwongen
dat ik meteen moest concluderen:
dit zijn een moeder en haar jongen.
Zo ging't mij ook toen zij nog leefde
en ik mij kon bewegen
in een bloem die mij omweefde,
ik was daar nooit verlegen.
Toen kapte ik en weet mij niet vergeven.
Gekaderd ben ik in een kaft
en het berouw blijft kleven
als een hond die blaft.
Het is de liefde die doet leven,
het is de liefde ook die straft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten