voor Leo Dekker.
Het rijmen heeft me veel gebracht.
Een woord waaraan ik juist niet dacht
moest onder dwang verschijnen
om zich in het vers te twijnen.
Juist door de rijmerij
is het vers maar half van mij
en komt de taal mij tegemoet
met haar woorden diep en goed.
Zo kwam er vaak iets uit de bus
dat brak de actieradius
van wat ik wou beschrijven
en dus niet kon beklijven.
Bijvoorbeeld witte wijven:
zij zijn ineens verschenen
omdat ik de klank moest lenen
van hun naam. Hun lijven
schieten nu als schimmen
uit papier en blijven glimmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten