Stilte is ontbreken van een bom.
De momenten vallen stom
in een bolle vissenkom
en ik zit met de tenen krom.
Ik kan mij niet verroeren,
men is op mij aan't loeren.
Ik moet de vissen voeren
maar durf niet eens te boeren.
De stilte is te snijden
en niets mag haar ontwijden.
Ik ben totaal bevangen
door gesmoord verlangen.
Dit moment is grondeloos
aan het zwijgen in een doos.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten