Onverschillig wat ik doe,
het verhinderd dat ik mij
inlaat met een ratjetoe
van mentale rijstebrij.
Ik kan maar één ding tegelijk.
Als ik naar een kievit kijk
zwindt daarmee een koninkrijk
en mijn argwaan neemt de wijk.
Daarom blijf ik bij de adem
die ik met mijn lijf omvadem.
Deze gaat steeds op en neer,
dit herhaalt zich elke keer.
Ik verheug me in zijn ritme
want zijn regelmaat ontklit me.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten