Angst is niet voor wat er is
maar voor wat zou kunnen komen,
iets waarnaar ik nu nog gis
in mijn waken en mijn dromen.
Wat er wel is is die angst.
Zij bereidt mij een ontvangst.
Daarvoor ben ik vaak het bangst
maar toch duurt zij niet het langst.
Want als ik naar haar wil kijken,
dit moment, in het gezicht,
zal zij voor mijn blik bezwijken
want dan komt er aan het licht
dat zij is aan het verstrijken.
Allengs wordt zij minder dicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten