Ik tel vaak de dagen af
tot mijn geld weer wordt gestort.
Maar intussen komt mijn graf
nader want de tijd wordt kort.
Alles wat mijn hart begeert
zal dan weg zijn of verteerd.
Wat ik zorgzaam heb beheerd
wordt door muizen omgekeerd.
Dan heb ik geen hand meer over
die nog langs mijn voorhoofd strijkt
en mijn schedel wordt zo pover
dat hij dra op niets meer lijkt.
Aan het einde komt de tover
die nu nog met luister prijkt.
**): "Vraagt U dus niet bezorgd af: Wat zullen we
eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee
zullen we ons kleden? –
dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Uw hemelse Vader
weet wel dat Gij dat alles van node hebt. Zoekt liever eerst het
koninkrijk Gods en Zijn
gerechtigheid, dan zullen al die andere
dingen U erbij gegeven worden."
Uit het Evangelie van Matthëus, hoofdstuk 6, verzen 31 t/m 33.
***): "De wind waait waarheen hij wil; Gij hoort zijn geluid,