Het is de tijd, die steeds verglijdt,
met verdwijnen en ontstaan.
Hij raakt beslist met zich in strijd
als hij eenmaal stil zou staan
want ook staan kost immers tijd
net als komen en als gaan.
Toch zegt dit nog niet wat tijd is
want hij is niet te vinden.
Hij is gladder dan een vis
en nog vluchtiger dan winden.
Stromend zonder hindernis
laat hij zich niet binden.
Binden en ook vinden
kosten beide tijd.
Zelf blijft hij steeds zwinden,
nu en in de eeuwigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten