Dit ogenblik waarin ik spring
staat los van een herinnering.
Het is nog amper maar een ding
en lijkt een beetje op een ring
waardoor in gulle overvloed
verlangen zich naar voren spoedt.
Ik houd het tempo niet meer bij
en doe dus snel een stap opzij,
neem het gat in ogenschouw,
ongekreukeld, zonder vouw,
waarin niets er echt toe doet.
Dit maakt het nu juist zo goed.
Zelfs de plannen die ik broed
worden door dit zien begroet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten