Door de golven snijdt een schip,
heeft vermeden elke klip.
Ik die aan mijn glaasje nip
ben in dit geraas een stip
en verblijf tot nu toe nog
als gedwarrel in zijn zog.
Boven een peilloos diepe trog
jengel ik nog als een joch
Dit gestuntel, slinks en log,
is niets dan gezichtsbedrog.
Want er is slechts ziedend schuimen
en de zee spat op in pluimen.
Een daarvan noem ik dan mij
maar de zee blijft daarvan vrij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten