Voortdurend smeed ik plannen,
hoe gaat dat in zijn werk?
Het is een samenspannen,
een buigen en vermannen,
een wisseling van zwak en sterk,
een spel van paal en perk.
Waar ligt de oorsprong:
bij mijzelf of bij het plan?
Het is als bij een gong:
de galm komt pas dan
als klok en klepel slaan:
elk apart zal niet volstaan.
Het plan dat heb ik niet bedacht,
het rijst omhoog op eigen kracht.
Het ik is een gegeven,
uit onbekende stof geweven.
Zo is er niemand die iets doet
maar alleen de smidse.
Metalen sissen in de gloed
en slechts een spook bezit ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten