Uit de afgrond klinkt een huilen
waarin dood en leven ruilen.
Je kunt daar geen houvast vinden
in de huiverende winden.
Wat zou kunnen ligt verzonken
in onpeilbare spelonken.
Overal steekt daar iets achter
en de hyena lacht er.
Dit lachen heb ik opgenomen
en ontworsteld aan demonen.
Het is een lichte schittering
vrij van wraak, verbittering,
uit een trog, troebel en diep,
waaruit ik mij tevoorschijn riep.
*) Een armzalige poging in verzen om Mozart's onsterfelijke ouverture weer te geven uit de gelijknamige opera, mede geïnspireerd door Kierkegaard's opstel
"De onmiddellijke erotische stadia of het muzikaal-erotische".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten