Bij elk streven, elk idee,
komt ook het gewaarzijn mee
van de dingen die ik doe,
steeds spontaan en nimmer moe.
't Is van alles op de hoogte,
van de zondvloed en de droogte,
van het goede en het kwaad.
Elke weerzin, elke smaad
ziet het fris in het gelaat.
Zelfs al moet ik schulden erven
waardoor ik geluk moet derven
of ellendig zal gaan sterven,
kan dit waarlijk niet bederven:
men kan het, als lucht, niet verven.
*): "Gewaarzijn is het lichaam van meditatie,
zo wordt geleerd.
Wat ook maar opkomt is fris,
het wezen van realisatie".
Fragment uit "De Aanroeping van de Kagyü Goeroes"
uit een Tibetaans Boeddhistische Liturgie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten