Alles gaat steeds maar voorbij
en geen tel komt ooit weerom.
Ook wanneer een hele rij
golven kan en zelfs zo krom
zijn kan dat hij zich herhaalt,
als een muil die alsmaar maalt,
staan hun keren op een lijn
die zo recht is als een trein.
Deze rijdt alleen naar voren.
Wat ooit was is nu verloren
maar geen einde neemt zijn reis:
tellen is hiervan 't bewijs.
Als ik meereis ben ik vrij.
Geen gedachte houdt mij bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten