Ik beoefen duizend kunsten
om te dingen naar de gunsten
van een weergaloze vrouw
die ik heel graag hebben wou.
Ik maak haar tot monument,
geef om mij daarbij geen cent,
sloof mij onverdroten uit,
kijk verlangend naar haar kuit.
Daardoor stoot ik haar juist af.
Zij ontsnapt mij in een draf.
Als ik afzie van de jacht
keert zij, eerder dan gedacht,
alras naar mijn hoeve terug;
dat is voor mijn rust te vlug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten