Ik heb mijn kater in mijn armen.
Mijn gemoed schiet vol erbarmen
als ik aan de dingen denk
die hem kunnen overkomen,
waaraan ik liefst geen aandacht schenk
maar waarvan ik toch kan dromen.
Was dit laatste nu maar waar
maar gevaar is werk'lijk daar.
Zo lang hij leeft is hij magneet
voor het eindeloze leed
dat door dit bestaan blijft stromen.
Hoe kan ik dit ooit voorkomen?
Zo lang ik dit nog niet weet
is 't maar beter dat ik 't eet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten