Er is altijd het verlangen
en de vraag waar jij toch blijft.
Daaraan wijd ik vele zangen
en mijn plooibaarheid verstijft,
telkens als ik aan je denk,
aan mijn lust het leven schenk.
Dit is alles wat mij drijft.
Graag had ik je ingelijfd
maar je hebt kunnen ontsnappen.
Naar verbeelding moet ik happen.
Maar is deze drift van mij?
Of gaat hij gewoon voorbij?
Of wanneer hij stil blijft staan,
is hij dan niet als de maan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten